Rechtbank Amsterdam oordeelt inzake Wob-verzoeken
08 dec 2023
In een recente uitspraak van de rechtbank in Amsterdam van 26 september 2023 werden verschillende beroepen behandeld met betrekking tot Wob-verzoeken die waren afgewezen door zowel de Kansspelautoriteit (Ksa) als het Openbaar Ministerie (OM).
Juridisch gevecht om openbaarmaking
De verzoeken om openbaarmaking van documenten, gerelateerd aan bestuurlijke boetes aan specifieke rechtspersonen, werden afgewezen onder verwijzing naar de Wet open overheid (Woo) en de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens (Wjsg).
Besluiten en afwijzingen
De kern lag in de afwijzing van deze verzoeken omdat de gevraagde informatie werd beschouwd als strafvorderlijke gegevens onder de Wjsg, waardoor de Woo niet van toepassing was. Zelfs documenten die niet meer beschikbaar waren, zoals een notitie bij de Ksa en een WBOM-advies, vielen onder de Wjsg en hoefden niet volledig openbaar gemaakt te worden.
De rechtbank beoordeelde ook beroepen tegen niet-tijdig genomen besluiten van het OM en de Ksa. Hoewel deze besluiten later alsnog werden genomen, werd een proceskostenvergoeding toegekend, hoewel de beroepen niet meer van belang waren.
Wjsg: strafvorderlijke gegevens voorrang
Het oordeel van de rechtbank draaide om de Wjsg die als bijzondere wet gold en voorrang kreeg boven de Woo. Hierdoor viel de gevraagde informatie, zelfs bij seponering van strafzaken, onder de bijzondere openbaarmakingsregeling van de Wjsg. De namen in de Wob-verzoeken maakten de informatie direct herleidbaar tot specifieke personen en rechtspersonen, waardoor het als strafvorderlijke gegevens werd beschouwd.
Rechtbankoordeel: Wjsg versus Woo
Een belangrijk punt in de uitspraak was dat de Wjsg werd beschouwd als een bijzondere regeling, wat betekende dat de Woo niet van toepassing was op verzoeken die onder de Wjsg vielen. Dit gold met name voor informatie over strafvorderlijke gegevens, inclusief gegevens over rechtspersonen verkregen tijdens strafrechtelijke onderzoeken. Zelfs de verwijderde notitie en het WBOM-advies werden op dezelfde gronden als strafvorderlijke gegevens beschouwd en vielen onder de Wjsg.
De rechtbank vond dat gezien de aard van de verzoeken, controle van elk specifiek document niet nodig was omdat deze al onder de Wjsg vielen. Daarom hoefde de bestuursrechter niet elke specifieke documentweigering te beoordelen volgens de Woo.
De uitspraak van de rechtbank benadrukte de voorrang van de Wjsg boven de Woo in gevallen van strafvorderlijke gegevens, waardoor de verzoeken terecht werden geweigerd door het OM en de Ksa, zelfs met latere genomen besluiten.